Voorschoolse periode (leeftijd 0 tot 4)

“Een doof of slechthorend kind: soms lijkt het wel topsport”

Taalontwikkeling parallel aan hoorrevalidatie
Naast de audiologische hulp die via de zorgaanbieders wordt geboden moet ook een begin worden gemaakt met de opstart van de taalontwikkeling. Gebarentaal is vanaf dag 1 mogelijk. Het taalgebied van de hersenen is plastisch en ziet zowel gesproken taal als gebarentaal als taal. Omdat gebarentaal een volwaardige taal is, komen alle taalontwikkelingsfacetten aan bod. Woordenschat, grammatica e.d. Door het gebruik van de oa mimiek biedt je ook meteen sociaal emotionele ontwikkeling aan. In Nederland zijn er 7 Oudermodules ontwikkeld. De modules sluiten aan op leeftijd- en ontwikkelfase van het kind. Naast de taal leren de ouders ook hoe gebarentaal kan worden ingezet in de opvoeding van het kind. Door vroeg te investeren in deze manier van taalontwikkeling en opvoeding, neemt het kind zijn eigen plek in binnen het gezin. Het neemt op den duur het gevoel weg dat je je als ouders continu moet aanpassen. Er ontstaat een situatie waarin het kind zich optimaal kan ontplooien. Er wordt vaak gezegd dat ouders nooit een goed gebarenniveau krijgen waardoor de taalontwikkeling gevaar loopt. Maar als ouders op vroege leeftijd van het kind in zichzelf investeren spelen ze een juist een hele waardevolle rol in de ontwikkeling en opvoeding van hun kind.

Informatie en contact met andere ouders en kinderen
Daarnaast moeten ouders de tijd gebruiken om zoveel mogelijk informatie in te winnen over hun dove of slechthorende kind. Via deze site proberen we zoveel mogelijk informatie aan te bieden. Maar zelf contact leggen met andere ouders is minstens zo waardevol. Via de sociale media zijn er de afgelopen jaren verschillende groepen ontstaan waar ouders contact met elkaar zoeken en ervaringen delen. Meld je aan je bent altijd welkom.

Via deze bronnen vind je ook veel informatie over activiteiten die voor dove en slechthorende kinderen worden georganiseerd. Voorkom dat je kind op vroege leeftijd geen andere dove of slechthorende kinderen ontmoet. Contact met andere kinderen zorgt voor een sterke persoonlijke ontwikkeling. Iedereen is op zoek naar gelijken. Iemand met wie je op dezelfde manier kan communiceren, iemand met wie je ervaringen kan delen. Zeker omdat de meeste kinderen uiteindelijk naar horende scholen gaan, waar ze vaak nooit een ander doof of slechthorend kind zullen tegenkomen.

Ook dit vergt investering van de ouders. De meeste ouders wonen niet bij je in de straat. Je moet ernaar op zoek. Door de meeste ouders wordt het contact als zeer waardevol ervaren. Je loopt uiteindelijk allemaal tegen dezelfde uitdagingen aan, ongeacht hoorverlies, apparatuur enz. Doordat de kinderen wennen aan de contacten op afstand komt het moment sneller dat ze zelf het initatief hierin gaan nemen. Met behulp van nieuwe technologie, mobiele telefoons en computers is het veel makkelijk om elkaar op te zoeken via de digitale snelweg. Uiteindelijk zet je ze op de bus of trein en reizen ze zelf naar de ouders die je inmiddels goed kent, voor logeerpartijen, feestjes enz. (link naar pagina over contacten, groepen, dovenagenda enz)

Bereid je voor op de basisschool
Het lijkt nog ver weg maar gebruik deze periode ook om een schoolkeuze te maken. Wat heel belangrijk is is dat het kind straks welkom is op school en de school jouw ziet als ervaringsdeskundige van je kind. Omdat een kind 8 jaar op een school zit en bijna in alle gevallen elk jaar een andere leerkracht krijgt is het belangrijk dat het hele schoolteam achter de komst van het dove of slechthorende kind staat. Anders loop je de kans dat je een keer leerkracht krijgt die het misschien lastig vindt met jouw kind in zijn groep. Het is aan het schoolteam om dat op te lossen en niet aan de ouder. De school maakt een keuze voor 8 jaar. Alle ervaring die de school opdoet, wordt in een eindverslag aan het voortgezet onderwijs overgedragen. Hoe completer die is hoe makkelijker de overstap kan worden.

Je kan in het eerste gesprek globaal aangeven wat het precies gaat betekenen. Denk daarbij aan:

  • Verdiepen van de school in de materie
  • Tolken
  • Begeleiding vanuit cluster 2
  • Begeleiding vanuit school
  • Inzet van hoorapparatuur
  • Aanpassingen van lesmateriaal

Geef de school na zo’n eerste gesprek een periode om erover na te denken. Het moet een goede doordachte beslissing worden. Stel dat er gaandeweg de periode problemen ontstaan kan je ze aanspreken op het besluit wat ze gezamenlijk genomen hebben. Meestal zijn er meerdere scholen in je omgeving. Een school om de hoek lijkt het meest ideale, maar een school waar het kind echt welkom is geeft op den duur het beste resultaat. Voor de school geldt hetzelfde als voor de situatie thuis Tijdens de periode dat het kind er is zal iedereen steeds meer aan het kind ‘wennen’. Hier wordt het kind weer sterk van, maar de horende kinderen leren al op vroege leeftijd om te gaan met dove en slechthorende mensen in onze samenleving.

Ouders, neem je plek in als ervaringsdeskundige van je eigen kind
Ouders en school gaan samen bepalen wat het kind nodig heeft. Ouders spelen hierin een sleutelrol als het gaat om informatievoorziening aan de school. Op dit moment gebeurt het nog te vaak dat de AB’er het voortouw neemt in de informatievoorziening. Ook schrijft ze soms samen met de IB’er het OPP. Hier loop je de kans dat het OPP eigenlijk niet meer over jouw kind gaat, maar over een doof of slechthorend kind in het algemeen. Hierdoor kan het gebeuren dat alles een beetje te algemeen wordt. Bijvoorbeeld: kind gaat werken aan de woordenschat. Maar wie gaat dat doen, op basis van wat en hoe. En dan het allerbelangrijkste wat moet het eindresultaat worden. We zien nu ook dat de begeleiding dan gestuurd wordt door vooraf bepaald budget in plaats van dat de leerbehoefte centraal moet staat. Dan is er helemaal geen sprake meer van Passend Onderwijs.

Sinds 1 augustus 2017 heb je als ouder het recht om mee te bepalen hoe het handelingsdeel van het OPP wordt ingevuld. Je kan dus meebeslissen in het specifieke ondersteuningsplan. Omdat de groep kinderen zo divers is, is er geen pasklare oplossing. Op deze manier wordt het wel passend.

Als je als ouder niet precies weet wat nodig is wordt het voor de school ook lastig om daar een invulling aan te geven en zullen ze de invulling van de instelling overnemen. Daarom is het je vooraf zoveel mogelijk laten informeren en verdiepen in dit onderwerp van belang. Onder de onderdelen basisonderwijs en voortgezet onderwijs zullen we zoveel mogelijk proberen je te informeren over deze onderwerpen. Mocht je specifieke vragen hebben neem dan contact met ons op.

Wat als je helemaal vast loopt?
Stel dat je geen enkele school bereid vindt om je kind onder jouw voorwaarden toe te laten, of ontstaan er door tussenkomst van de instelling verschil van mening over de invulling, neem dan contact met ons op.