Arrangementen van instellingen voor auditief en/of communicatief beperkte leerlingen
Wat is een ‘instelling voor auditief en/of communicatief beperkte leerlingen’ (voorheen cluster 2)?
Een instelling voor auditief en/of communicatief beperkte leerlingen is een school of een dienst speciaal voor dove/slechthorende/TOS kinderen. Dit wordt ook wel de Cluster2 genoemd. De instellingen zijn Kentalis, Auris, Vitus-Zuid, Viertaal. Binnen deze vier zijn er andere scholen/organisaties. Zo hoort Taalbrug bijvoorbeeld bij Vitus-Zuid. Een instelling heeft van de overheid het geld en de opdracht gekregen om zelf passend onderwijs voor onze kinderen in te vullen en te borgen. Daarom staan onze kinderen buiten het samenwerkingsverband. Het is een aparte regeling vanuit de overheid. Hier is voor gekozen omdat de expertise rondom dove en slechthorende kinderen van oudsher bij de instellingen ligt. Men was bang dat als doof en slechthorend binnen het samenwerkingsverband zou gaan vallen, geld en expertise zouden “verdampen”.
Wat houdt een ‘arrangement’ in? Hoe weet ik dat die arrangement past bij mijn kind?
Als een reguliere school het kind aanmeldt bij een instelling voor auditief en/of communicatief beperkte leerlingen zullen zij aan hand van eigen richtlijnen kijken of het kind in aanmerking komt voor een arrangement. De “hoogte” van het arrangement wordt bepaald door oa de hoormogelijkheden, communicatieve zelfredzaamheid ed. Kinderen die voornamelijk “dooffunctionerend” zijn, krijgen vaak een medium arrangement. Kinderen die slechthorend functioneren krijgen vaak een licht arrangement. Wat het arrangement nu precies inhoudt is niet helder. Elke ambulante begeleidingsdienst vult dat weer anders in. Daarom is het van belang dat je het duidelijk hebt/krijgt voor jezelf als ouder wat voor jouw kind nodig is. Leidend zijn de leerbehoeften van het kind centraal. Dus het gaat niet om wat de beschikbare mogelijkheden zijn binnen een arrangement, bij een bepaalde instelling of dienst. Het gaat erom wat je kind nodig heeft. Ook als dat valt buiten de mogelijkheden die aangereikt worden.
Mijn kind komt niet of niet meer in aanmerking voor een arrangement, wat nu?
Dit is een vreemde situatie maar komt helaas steeds vaker voor. In basis is een OPP (OntwikkelingsPerspectiefPlan) leidend voor de leerbehoeften en dus ondersteuning van het kind. School en ouders stellen dit OPP samen op. Echter kan het gebeuren dat de richtlijnen van de instellingen bepalen dat het kind niet meer in aanmerking komt voor een arrangement. Dit komt omdat de richtlijnen uitgaan van hoormogelijkheden. En zodanig niet kijken naar de leerbehoeften die voor elk kind weer anders zijn. Er is geen “standaardmaat”. Het gaat niet zozeer om wat een kind hoort, wat de hoormogelijkheden zijn. Het gaat erom wat een kind niet kan horen en dus wat er aan informatie gemist wordt. Dat laatste kan beschouwd worden als een probleem. En bepaalt dus wat de leerbehoefte is. Als er geen arrangement afgegeven wordt zal de school andere mogelijkheden moeten zoeken om toch in de leerbehoeften van het kind te kunnen voorzien. De school heeft namelijk een zorgplicht via vastlegging in de OPP. Hier blijkt dus hoe belangrijk het OPP is. Als er een goed OPP ligt, inclusief duidelijke onderbouwde doelen, moet het uitgevoerd worden. Partijen die andere mogelijkheden kunnen bieden zijn bijvoorbeeld de samenwerkingsverband of de gemeente.
Ons kind krijgt te weinig begeleiding vanuit het arrangement. Kunnen we meer uren aanvragen?
Dit kan mits het duidelijk wordt vanuit wat er beschreven staat in het OPP. Als blijkt dat de leerbehoefte niet/niet voldoende volgende worden ingevuld kan er meer begeleiding worden aangevraagd. Dat kan ook als de doelen die staan in het OPP niet/niet voldoende worden behaald. Daarom is het OPP een belangrijk document. Hierin kan alles goed bijgehouden en vastgelegd worden.