Hoormogelijkheden
Optimaal gebruik maken van gehoorapparatuur is niet optimaal horen. Optimaal gebruik maken is wat er verbeterd kan worden aan auditieve input. Bij gehoortoestellen wordt deze input, het geluid, voornamelijk versterkt. Bij cochleaire implantaten is er zelfs sprake van een hele andere vorm van geluidswaarneming: het geluid klinkt anders (J: link maken naar een filmpje hoe de CI klinkt). Bij welk gehoorapparatuur dan ook: er zit sowieso een limiet aan de mogelijkheden. Er zal nooit optimale geluidswaarneming mogelijk zijn.
Omdat auditieve input via gehoorapparatuur door de hersenen anders wordt waargenomen vergeleken met gewoon geluid via normaal werkende oren, is het filteren van deze geluiden voor de hersenen heel lastig. Een voorbeeld: de stem van een moeder komt net zo hard binnen als het tikken van de regen tegen het raam. Mensen met een normaal gehoor kunnen deze hinderlijke omgevingsgeluiden ‘wegfilteren’ oftewel het wat meer naar de achtergrond brengen. Mensen die geluid waarnemen met gehoorapparatuur kunnen dat niet. Hierdoor ontstaat ruis waardoor informatie voor een deel verloren gaat. In het voorbeeld van de moeder hierboven zal het kind niet alles horen wat zij zegt. Er zitten gaten in wat hij opvangt van de moeder.
Voor het goed kunnen ontwikkelen van het horen en het goed kunnen verwerven van taal is er dus optimaal auditieve input nodig. Dus: wat betekent het als het auditieve input niet optimaal is? Het betekent dat er niet goed/volledig gehoord wordt. Het betekent dat taal niet goed/volledig verworven wordt. Dat moet dus opgevangen, ondervangen worden.