Brief voor OCW en UWV over problemen met de tolkvoorziening

Aan:
Ministerie van OCW, Den Haag
UWV Uitvoeringskantoor Werkbedrijf, Amsterdam

Afzender:
Stichting InfoDeSk
www.stichtinginfoDeSK.nl
In samenwerking met Oudergroep voor Dove Kinderen
Oudergroepvandovekinderen.blogspot.nl
Zegwaartseweg 162
2728 PC Zoetermeer
oudergroepvandovekinderen@gmail.com

Geachte Minister van Onderwijs, Cultuur & Wetenschappen (OCW),
Geachte mevrouw Bussemaker en haar opvolg(st)er,

Geachte de heer Bruins, voorzitter Raad van Bestuur UWV,
Geachte de heer Thissen, directeur van UWV,

Dit schrijven heeft als onderwerp dove en slechthorende kinderen in het regulier passend onderwijs en de daarvoor wettelijk getroffen voorzieningen, in deze de gebarentaaltolk, vanuit de overheid als beleidsmaker met het UWV als aangewezen uitvoerende instantie. Dat er problemen zijn met UWV en gebarentaaltolken is geen nieuwe situatie (zie: Radar 20-04-2017). In dit schrijven vragen wij uw aandacht voor een andere situatie met betrekking tot de voorziening van gebarentaaltolken.

In 2015 is het Passend Onderwijs ingevoerd. Dit heeft een aantal veranderingen met zich meegebracht voor dove/slechthorende leerlingen. Kinderen die voor 2015 op een cluster 2 school zaten zijn doorgestroomd naar het regulier onderwijs. De kinderen die nu hun onderwijs aanvangen doen dit vaak rechtstreeks in het regulier onderwijs zonder eerst een cluster 2 school te hebben bezocht. Relatief gezien is een heel kleine groep dove/slechthorende kinderen nog leerling van een cluster 2 school. Nu, 2017, is het aantal cluster 2 scholen sterk aan het afnemen.

De kinderen zijn echter niet minder doof of slechthorend geworden. Om toegang te hebben tot onderwijs binnen een reguliere school zullen sommige kinderen gebruik willen maken van een gebarentaaltolk. Zij hebben ook onbeperkt recht hiertoe volgens de Onderwijswet en het VN-verdrag voor gehandicapten. We nemen aan dat u hier volledig van op de hoogte bent en bewust bent van de implicaties voor borging en uitvoering.

Echter krijgen steeds meer dove/slechthorende kinderen geen (volledige) toegang tot het daartoe bedoelde regulier passend onderwijs. Dat heeft vooral als oorzaak dat het UWV als uitvoeringsinstantie van uw Ministerie beperkingen in toekenning van de tolkvoorziening oplegt. De beperkingen die wij feitelijk constateren zijn het volgende:

  1. Als er een aanvraag wordt gedaan voor het volledige aantal onderwijsuren binnen een school wordt dit steeds minder vaak gehonoreerd. Het kan soms een behoorlijk verschil maken van 300 uur minder dan aangevraagd.
  2. Als het UWV minder tolkuren toekent is de onderbouwing c.q. beargumentatie willekeurig. Verschillende UWV ambtenaren voeren telkens weer andere argumenten aan voor (gedeeltelijke) afwijzing. Argumentatie wordt bovendien aangevoerd zonder relevante en adequate kennis van doofheid/ slechthorendheid. Kortom: er worden beslissingen gemaakt op basis van verkeerde informatie.
  3. Er wordt door UWV ambtenaren rechtstreeks, en zonder toestemming of laten weten, gebeld met reguliere scholen. Dat schendt het recht op privacy. Er wordt informatie over het kind uitgewisseld met vaak een ¨drukelement”; UWV ambtenaren zeggen tegen scholen dat een tolk te duur of niet nodig is. Met andere woorden: de UWV ambtenaren nemen zelf de leiding en bepalen over wat een kind nodig heeft terwijl zij hiertoe niet gemachtigd zijn. Immers; dove/slechthorende kinderen -via de ouders- zijn gemachtigd om gebruik te maken van de tolkvoorziening.
  4. Het gebeurt steeds vaker dat scholen door telefonische contacten met UWV ambtenaren weigeren om een tolk toe te laten tot de klas van een dove/slechthorende leerling. In bepaalde gevallen hebben scholen toegezegd dat zij een doof/slechthorend kind zullen toelaten maar trekken zij de toezegging vervolgens weer in. Dus het UWV werkt belemmerend tot het kunnen instromen in regulier onderwijs van dove/slechthorende leerlingen.
  5. Ook gaan UWV ambtenaren op de “stoel van de expert” zitten zonder dat zij hiertoe gemachtigd zijn. Ze geven andere adviezen aan scholen zoals: “Het kind kan beter gebruik maken van solo-apparaatuur. Dat is ook nog eens goedkoper.”Ten eerste mogen er geen adviezen gegeven worden want het UWV is slechts uitvoerend. Ten tweede spelen kosten geen rol als er een beroep wordt gedaan op het recht gebruik te maken van de tolkvoorziening. Ten derde is het absoluut onmogelijk om een solo-apparaat te vergelijken met een tolk als voorziening.
  6. Sommige UWV kantoren zijn meewerkend en soepel in het toekennen van de tolkuren. Andere kantoren stellen zich weigerachtig op. Of geven suggestieve signalen af aan ouders zoals: “U krijgt van ons 900 uur en dan zijn we nog aardig. Wees er blij mee.” Dat is absoluut niet professioneel als overheidsapparaat zijnde. Ons is bekend dat vanuit uw Ministerie en het UWV wordt gewerkt aan het harmoniseren van de tolkvoorziening zodat er landelijk gelijke behandeling is. Maar tot het implementeren van de harmonisatie geschiedt, ligt er wel een probleem namelijk dat er geen volledige toegang wordt gegeven tot onderwijs door bepaalde UWV kantoren.
  7. Het UWV baseert haar uitvoerende beslissingen op basis van overwegingen van een zogeheten ‘arbeidsdeskundige’. Echter: vaak hebben deze arbeidsdeskundigen geen kennis over onderwijs, laat staan over de implicaties van een auditieve beperking. Zij zijn meer gericht op reintegratie en arbeid. Ze schrijven desondanks rapporten zonder het kind of de ouders te hebben gezien c.q. Gesproken. De rapporten worden niet gedeeld met de ouders, ook niet na nadrukkelijk opvragen hiervan.
  8. UWV ambtenaren geven aan dat er minder tolkuren nodig zijn dan aangevraagd omdat sommige vakken zoals gym, tekenen, handwerken, drama geen tolk behoeven. Dit betekent beperking van toegang tot onderwijs. U weet hoe belangrijk het incidenteel leren is, juist voor leerlingen die geen/minder auditieve input hebben. Zij zullen het e.e.a. visueel moeten compenseren.
  9. UWV ambtenaren geven aan dat kinderen van onder de 6 jaar oud minder tot geen tolkuren nodig hebben omdat zij “nog jong en speels zijn”. Dit is een zeer zorgelijke ontwikkeling en totaal ongepast. De taalkritische fase van dove/slechthorende kinderen loopt juist tot en met het 6e levensjaar. Het is dus cruciaal dat juist deze jonge kinderen zoveel mogelijk taalaanbod krijgen om tot een zo goed mogelijke taalontwikkeling te kunnen komen. Beperking hiervan kan linguistische deprivatie veroorzaken hetgeen belemmerend werkt voor het kunnen deelnemen aan Passend Onderwijs.

De tolkvoorziening is een recht voor dove en slechthorende kinderen. Door de komst van Passend Onderwijs en het verdwijnen van speciale scholen, stromen steeds meer kinderen naar het reguliere onderwijs dus het is een natuurlijk gevolg dat de aanvragen voor gebarentaaltolkuren zullen toenemen.

Het Passend Onderwijs is een beleidsmaatregel vanuit uw Ministerie. Dat betekent dat u ook verantwoordelijk bent voor het borgen van uw eigen beleid. Dat houdt in dat de problemen in de tolkvoorziening (zie bovenstaande punten) opgelost moeten worden zodat er daadwerkelijk toegang tot passend onderwijs gerealiseerd en geborgd wordt voor dove en slechthorende kinderen als doelgroep.

Graag vernemen wij een antwoord van u op de bovenstaande punten c.q. zorgen,

In afwachting van antwoord verblijven wij,

Hoogachtend,

 

Stichting InfoDeSK

 

CC: Defence for Children, in1School, NSGK, Kinderombudsvrouw M. Kalverboer, HoorMij, NBTG, Tolknet

Jacqueline

Author Jacqueline

More posts by Jacqueline